10 - vervolg 1

Het is een moment heel erg stil in de winkelstraat. Echt wat een knal, alsof er iemand een skippybal laat knappen maar ik heb in die winkelstraat nog geen speelgoedwinkel of skippyballen gezien dus...
Het zal iets anders geweest zijn. Bij mijn fiets en dus ook bij de scooterbrommer staan twee meisjes van zo’n jaar of twaalf en die staan werkelijk te trillen op hun benen en zien behoorlijk bleek van de schrik.
Ik denk nog misschien dat die meisjes iets hadden wat zo’n ongelofelijke knal veroorzaakte, ik ga dus weer gewoon door met graaien in die petjesbak maar er ligt geen petje voor mij bij. Ik ga weer naar mijn fiets om daar tot de ontdekking te komen dat het mijn fietsband was die de ontzettende knal heeft veroorzaakt. Mijn voorwielband heeft een klapband gehad, net nieuwe lucht erin en PANGBANG!!!
Nou het petje kan ik dus wel even vergeten, het word nu zaak om een fietsenmaker te vinden die mij daar twee nieuwe banden omzet. Maar eerst eens naar de
Toerist Informatie, om te vragen of er in Ribe een fietsenhersteller is, tenminste eentje die dichterbij is dan die andere, die mijn banden net vol heeft laten lopen met lucht. Volgens de mevrouw van de Toerist Informatie is er nog een fietsenzaak in de richting die ik toch op ga, dus kunt u het daar proberen, goed idee vind ik ook.
Dus ik opstap met zware fiets richting andere kant van het dorp op de weg naar Tønder.
Daar aangekomen blijkt dat die zaak gesloten is wegens vakantie. Zit dus weinig anders op om weer terug te gaan naar de Toerist Informatie, vragen of ik mijn bagage daar even mag parkeren en dan twee kilometer de andere kant op te lopen naar die grote fietsenzaak.
Mijn grote sporttas mag ik parkeren bij de Toerist Informatie met de mededeling dat de zaak dicht gaat om 18.00 uur, ik hoop en weet wel zeker dat ik dan ergens anders ben dan in Ribe want hier moet ik denk ik niet blijven. Dus de tas van de fiets en op weg naar de andere kant van Ribe twee kilometer verderop.
Ik ben een tijdje aan het lopen, dat ik een stem achter mij hoor die in het Duits vraagt of ik iets zoek, ik kijk achterom en zeg dat ik op weg ben naar de grote fietsenzaak aan de rand van Ribe.
De man zegt nog dat er vlak voor het centrum ook een fietsenzaak

  1. Ja, zeg ik, die is met vakantie tenminste de eigenaar van

die zaak. (Vanaf ** tot aan ** wordt er een gesprek gevoerd in

het Duits. Maar omdat dat nogal ingewikkeld is om op te schrijven,

zal ik het zo goed mogelijk in het Nederlands proberen weer

te geven).
** Oh en nu bent u op weg naar die grote zaak twee kilometer verderop buiten Ribe, ja daar ga ik naar toe. Oké het beste ermee, en de man loopt door om zich even later om te draaien, mij een wit stoffen tasje in de hand drukt en de fiets van mij overneemt met de woorden laat mij die fiets maar even voortschuiven

want u heeft er al zoveel meegesjouwd dat het tijd wordt dat iemand anders dat even doet.
En ik moet toch die kant op.
Hij stelt zich voor als Niels Holgerson (niet zijn echte naam) en ik zeg dat ik Harma heet.
Waar of ik woon? In Nederland, in Groningen, in de stad Groningen. Oh ja, mooie stad Groningen heb ik ooit gewerkt zegt Niels. Oh ja, vraag ik, waar heeft U gewerkt en wat heeft U gedaan. Het blijkt dus dat Niels voor ongeveer 25 jaar terug gastdocent is geweest aan de Universiteit van Groningen, waarin precies daar ben ik niet achter gekomen.
Waar ik wel achter gekomen ben was z’n leeftijd, 75 jaar.
En dan overlopen van energie geweldig.
Zo praten we wat door en ik vertel hem dat ik voor een uur terug mij banden bij die fietsenzaak vol met lucht heb laten lopen en dat middenin het centrum van Ribe de band als het ware geëxplodeerd is dat het ontzettend veel lawaai heeft gegeven,

in ieder geval zoveel dat de mensen verstijfd stonden van de schrik.
Hij moet lachen, maar kan zich het goed voorstellen, en zegt nog zoiets van die terroristen en zelfmoordaanslagen doen de mensen geen goed.
Ze schrikken al wanneer ze een speld horen vallen. Het is niet goed voor het vertrouwen in de mensen onder elkaar.
Nee, zeg ik nog dat doet geen goed.
Hij vraagt waar ik vandaan kom in Denemarken, ik vertel dat ik op 6 juli ’s avonds met de fietsbus vanuit Groningen ben vertrokken naar Hirtshals, daar een dag heb uitgerust en toen langzaamaan ben afgedaald naar Esbjerg waar ik vandaag vandaan ben gekomen op weg naar Ribe, maar dat ik daar waarschijnlijk niet blijf vannacht waarschijnlijk ga ik iets verder, naar Tønder, oei dat is nog een heel eind, minstens 60 kilometer nog, en de band moet nog gemaakt worden. Ik hoop voor U dat ze dat vandaag nog doen. Ja daar had ik eigenlijk nog niet aan gedacht, ik had meer zoiets van ik breng hem daar even heen, ik wacht even een uurtje of zo en ga dan vrolijk met fiets en al weer op weg naar Ribe om mijn tas te halen enz.
Maar oké we zullen het vernemen. Na nog en poosje gelopen te hebben zegt Niels dat het morgen slecht weer word en dat hij en zijn vrouw dan een trouwerij hebben van een kennis. Hij ziet het al helemaal voor zich, kletsnatte mensen die in de kerk zitten en bibberen van de kou. Ja zeg ik nog het kan ook meevallen allemaal, zo’n weerman weet dat ook niet allemaal en weerkaarten en programma’s op computers kunnen het ook wel eens mis hebben, niets is zo veranderlijk als het weer. We zijn op de plek gekomen waar we afscheid nemen, ik geef de man zijn tas terug, en ik krijg mijn fiets met de boodschap doe voorzichtig want eigenlijk vind die het heel dapper van mij om zo alleen met de fiets op stap te gaan.
Oké, ik zal voorzichtig zijn en uitkijken.
Dag Niels, dag Harma **.
Na 100 meter ben ik bij de grote fietsenzaak. Ik ga weer naar de werkplaats en de eerste die ik tegenkom is de vrouw die mijn banden heeft opgepompt. Ze schrikt en ik wijs naar het voorwiel.
Gelijk wordt er een mannetje geroepen en tegen mij zegt ze over 15 minuten is die gerepareerd.

 

10 - vervolg 2